“Goedemiddag, is deze plaats nog vrij?”, vroeg de dikke man die tegenover me stond. Ik keek op van mijn lunch. Zijn gedateerde blauwe pak zat te strak en zag er sjofel uit. Hij droeg een dienblad gevuld met een kom mosterdsoep, drie broodjes, twee kroketten, een gehaktbal en een fles bier. Als dit zijn lunch is, hoe ziet zijn diner er dan uit? vroeg ik me af.
“Jazeker, ga zitten en eet smakelijk”, zei ik.
Dat deed hij en toen hij zat zei hij: “Dank je. Ook smakelijk eten. Mijn naam is Rudy de Slufter.”
Een schok trok door me heen, door die naam herkende ik hem ineens. Rudy de Hufter noemden wij hem op het schoolplein, de beruchte zoon van de schooldirecteur. Hij terroriseerde het plein met zijn kutgeintjes. Jarenlang heeft hij ons straffeloos getreiterd. Bril kapot trappen, laten struikelen, zand in je kraag gooien, je boterhammen afpakken. Ik haatte hem, maar was ook bang voor hem. Ik was vroeger veel dikker dan nu, droeg een bril en was een angsthaas. Tegenwoordig ben ik zelfverzekerd, in vorm – ik loop zelfs marathons – en draag ik lenzen.
Hij herkent me niet, dacht ik en in een reflex besloot ik een valse naam op te geven. “Dank je, ik heet Erik de Zwart.”
Daar zaten we dan in de pauze van de jaarlijkse drogisterijbeurs. Hij was lekker aan het eten, ik was een beetje ongemakkelijk. Het gesprek zal de gebruikelijke koetjes en kalfjes aangehaald hebben, daar weet ik niks meer van.Ik was bang dat hij me toch zou herkennen, maar ik moest mezelf wel vermannen. Na de pauze zou ik ons product gaan presenteren en daar hing veel van af, dat mocht niet mis gaan.
Dat product heb ik samen met een studiegenoot uitgedacht. Ik was na de HAVO scheikunde gaan studeren en heb na die studie met hem een bedrijf opgericht. In de loop van een aantal jaren hebben we een laxeermiddel ontwikkeld dat we Superlax Turbo hebben genoemd. Op deze beurs ging ik het voor het eerst promoten. Het werkt erg goed. Zo goed, dat ik dacht dat je er ook de gootsteen mee kon ontstoppen.
“Excuses,” zei hij, “ik moet even naar het toilet.”
Toepasselijk, dacht ik en kreeg een beeld van Rudy zittend op de pot. Broek op zijn hielen, smartphone in de hand. Dat deed een idee ontstaan. Ik bukte en pakte een flesje Superlax Turbo uit mijn tas. ‘Niet meer dan één theelepel per dag’ waarschuwde het etiket. Ik draaide de dop los en goot het halve flesje in zijn soep.
Eet smakelijk Rudy, dacht ik, eet smakelijk en ik moest glimlachen.