Ik zet mijn dienblad op het tafeltje in het restaurant en
verheug me op de Zweedse balletjes. Een guilty pleasure
van me, vooral met die Cranberrysaus. De winkelwagen met
spullen voor mijn nieuwe appartement staat nog bij de ingang.
Hij valt me op terwijl hij naar zijn tafeltje loopt. Hij lijkt
heel erg op Paul. Mijn Paul. Mijn lieve, lieve Paul.
Zoete herinneringen komen boven drijven.
Ik steek het eerste balletje in mijn mond en kijk rond. Mijn blik
blijft steken op een vrouw verderop. Ravenzwart, halflang haar
en een gezicht als Madonna. Net als Monique. We maken
oogcontact en ze kijkt snel naar beneden.
We maken oogcontact en in een reflex kijk ik naar beneden en
begin in mijn zalm te prikken. Opwinding trekt door mijn lijf.
Zou het hem zijn? Het is minstens dertig jaar geleden
dat mijn ouders het verboden nog langer met hem om te
gaan. ‘Hij is niet goed genoeg voor je’, zeiden ze.
Ik kan mijn blik niet van haar lostrekken, gelukkig kijkt ze naar
haar bord. Staren is onbeleefd heb ik geleerd. O, Monique.
Wat was ik daar verliefd op. Grote plannen hadden we:
trouwen, vier kinderen en een hond. Maar van de ene op de
andere dag wilde ze me niet meer zien. Ik was er maanden kapot van.
De gedachte daaraan doet nog steeds pijn. Maar ik weet het bijna
zeker, ze is het. Vijf tafeltjes verderop zit Monique.
Hoe is het mogelijk?
Ik kijk stiekem door mijn oogleden. Hij kijkt nog steeds.
Stel je voor dat het hem echt is, dan bestaat er toch een god.
Hoe kan het anders dat ik hem nu ontmoet? Net nu ik
weer aan daten begin te denken. Mijn knieën worden week.
Wat nu?
Zou ze het echt zijn? Ik leg de vork met het balletje weer neer.
Ik moet het weten. Als ik deze kans voorbij laat gaan,
dan vergeef ik dat mijzelf nooit. Beverig sta ik op.
Stikzenuwachtig loop ik haar kant op. Ik heb geen idee wat
ik ga zeggen.
O, god. Hij komt deze kant op. Help. Mijn mond wordt droog.
Vlakbij haar tafeltje kijkt ze me aan en zie ik dat het
Monique niet is. Teleurgesteld loop ik langs haar heen.
Jammer, erg jammer.
Ik kijk hem aan. Het is Paul niet. Teleurstelling golft
door me heen. Toch jammer.