Kwart over acht. Waar blijft ze nou? Ik heb wel een idee, naast de Kruidvat is een Xenos. Die winkel kan ze niet weerstaan. Ik verdenk haar er van dat het ‘nog even snel lenzenvloeistof kopen’ een smoes was om naar de Xenos te gaan.
Mijn telefoon rinkelt. Het is Denise. Eindelijk. Ik ben te boos om hallo te zeggen. “Waar zit je in godsnaam? Ik zit hier al een uur te wachten met het eten.”
“Help.”
Zo zachtjes dat ik het bijna niet versta. Zei ze nou help?
“Help me.”
Weer zachtjes. Ik hoor angst in haar stem waardoor ik ook bang wordt. “Schat, wat is er? Waar ben je?” Ze geeft geen antwoord, ik hoor wel ademhalen. “Schat? Ben je daar nog? Zeg iets. Please.”
“Ik weet niet waar ik ben, het is hier stikdonker. Ik ben bang Gerard. Help me.”
“Ok,” zeg ik, “rustig aan. Ik ben bij je lieverd. Probeer na te denken. Doe het lampje van je telefoon aan, dan zie je wat meer.”
“O ja, moment.”
Seconden duren minuten wanneer je ongerust bent. “Zie je iets?”
“Ja, ik ben in een container.”
“Een container,” Bizar, “weet je het zeker?”
“Ja, het is een container en hij is helemaal leeg. Wacht ik loop naar de deur.”
Ik hoor haar hakken duidelijk tikken. Even later hoor ik haar rommelen.
“Het lukt niet Gerard, de deur zit op slot.” Ik hoor dat ze op het punt staat te gaan huilen. “Doe iets Gerard, ik ben bang.”
“Kalm liefje. Kalm. Weet je hoe je daar gekomen bent?”
“Nee. Ik liep door de steeg achter de Jumbo en daarna werd ik hier wakker.”
“Achter de Jumbo. Even denken. Wacht, ik heb een idee. Deel je positie met me, dan zoek ik uit waar je be…”
“Ssst, ik hoor iets.”
Ik hoor het ook: gerinkel van metaal en daarna geluiden die aan ijzer doen denken gevolgd door diep sonoor grommen. Ik heb geen idee welk dier dat geluid maakt. Een mannenstem zegt: “Toe maar.”
“IEIEIEIEIEIE! GERARD!”
Een klap.
“Nee, ga weg, auw! Niet doen. Aaaah!” Het klinkt anders, verder weg. “Gerard! Hel … grhgrh.”
“Denise! Wat gebeurt er?”
Geen antwoord, alleen grommen en een geluid dat doet denken aan een natte zwembroek die op de grond valt.
“Denise!”
Het grommen stopt en even later hoor ik duidelijk snuffelen. Heel dichtbij. Ik durf niks te zeggen, houd zelfs mijn adem in.
De verbinding valt weg. Ik kijk naar het scherm, druk op het groene telefoontje en luister. Mijn hart klopt in mijn keel, bang voor wat ik te horen krijg. De telefoon gaat eerst een paar keer over waarna een opgewekte Denise zegt: “Hallo ik kan de telefoon even niet opnemen, je weet wat je moet doen. Doeg!”
Spannend! Ik vestig mijn hoop op een vervolg (maar soms zit de kracht hem in het ontbreken daarvan. De pech van de lezer dat het niet verder gaat).